Fair en slow fashion

3 augustus 2020In Artikels, Fashion & textiel

Dat de kledingindustrie de afgelopen decennia een race to the bottom gelopen heeft, is een open deur intrappen. Al 30 jaar documenteert de internationale Clean Clothes Campaign wantoestanden in de geglobaliseerde kledingketens, van lage lonen, bittere armoede en immense werkdruk tot enorme ecologische schade en compleet gebrek aan transparantie.
Vandaag groeit een nieuwe beweging, slow fashion. Die wil mode en plezier linken aan bewustzijn en verantwoordelijkheid. Slow fashionista’s gaan op zoek naar verantwoorde manieren van productie én consumptie. De 4 R’en maken deel uit van de filosofie: reduce, reuse, repair en resale.

Race to the bottom

Nadat op 24 april 2013 in een industriële buitenwijk van Dhaka de zes verdiepingen van het Rana Plazacomplex instortten, werden tussen stapels kleren voor de Europese en Amerikaanse markt 1138 Bengaalse arbeiders dood aangetroffen. Maar veel meer dan een foute bouwconstructie legde de ramp de race to the bottom in de textielsector bloot. Met als triest hoogtepunt T-shirts van 2 euro bij prijsbrekers in de winkelstraten van onze steden.

In 1978 gaven Belgische gezinnen nog ruim 33% van hun huishoudelijk budget uit aan kleren. Degelijke kleren, die de tand des tijds doorstonden en in eigen land geproduceerd werden. Vandaag is kledij een geglobaliseerd product, in elkaar gestikt waar de lonen het laagst zijn en een werkende vakbond geweerd wordt. De keten is uiterst complex met heel veel schakels, vaak ook in informele circuits, met niet-gereglementeerd thuiswerk of productie in illegale ateliers.

Terwijl de winsten van de kledingindustrie en de distributiesector in de miljarden loopt, verdienen de meeste textielarbeiders – naar schatting 60 miljoen mensen waarvan 75% vrouwen – nauwelijks enkele euro’s per dag, waardoor ze gevangen zitten in een vicieuze cirkel van armoede. Een ‘normale’ werkdag van 10 à 12 uur wordt op piekmomenten niet zelden een marathon van 16 tot 18 uur. Gezondheidsklachten zijn legio.

Made in China is ongetwijfeld het bekendste label in onze kledij. Maar de economische groei heeft intussen gezorgd voor langzaam stijgende lonen, waardoor ook het grootste exportland te maken krijgt met arbeid die naar andere landen verschuift. Aangezien het stikken en naaien hoofdzakelijk uit repetitieve handenarbeid bestaat, gaat dat herlokaliseren vrij makkelijk. De goedkoopste en snelste handen kunnen vandaag Cambodjaans of Birmees zijn. Maar het zou fout zijn om lage lonen en slechte arbeidsomstandigheden louter als een Aziatisch probleem te beschouwen. Heel wat rapporten van de Clean Clothes Campaign hebben aangetoond hoe bedrijven Oost-Europa gebruiken als een achtertuin vol goedkope naaisters.

De kledingindustrie schuift de zwarte piet vaak door naar de overheid, die voor hogere wettelijke minimumlonen moet zorgen. Overheden aarzelen omdat ze hun concurrentiepositie niet in gevaar willen brengen. En de meeste arbeiders zwijgen, omdat ze instant vervangbaar zijn.

Slow Fashion

De slow fashionbeweging ontstond als tegenreactie op het dominante model van fast fashion in onze klassieke winkelstraten. De meerderheid van onze kleding wordt vandaag zo snel en goedkoop mogelijk gemaakt om ze aan een zo laag mogelijke prijs te verkopen. De ene collectie volgt in sneltempo de andere op. Naar de ecologische of sociale impact wordt nauwelijks gekeken.

Fair Fashion

Slow fashion heeft een heel ander vertrekpunt: het wil mode en plezier linken aan bewustzijn en verantwoordelijkheid. De term werd in het leven geroepen door Kate Fletcher, professor aan de University of Arts in Londen, activiste en auteur van meerdere boeken over duurzame kleding, design en materialen. Slow fashion is een erg ruim en allesomvattend begrip waarbij mens en milieu centraal staan in de lange keten van grondstof tot afgewerkt product. Traceerbaarheid is een kernelement: weten waar een kledingstuk vandaan komt is een eerste stap om overal in de complexe keten op zoek te kunnen gaan naar ethische en verantwoorde oplossingen.

Slow fashion staat voor verantwoord produceren. Daarom wordt in de eerste plaats gekeken naar materialen met een lage ecologische impact, zoals biokatoen, hennep, bamboe of gerecycleerde stoffen. Om de ecologische voetafdruk van een grondstof te berekenen ontwikkelde de organisatie Made-By een methodiek. Ook verderop in de keten zijn er veel stappen om bij stil te staan: verven zonder giftige stoffen, wassen zonder waterverspilling, printen met ecologische inkt, enz… Belangrijk is dat alle betrokkenen, van de katoenboer tot de naaister, op een gezonde en veilige manier kunnen werken en correct worden verloond.

Slow fashion staat echter ook voor bewust consumeren. Jaarlijks wordt 4 miljard kilo kleren ongedragen weggegooid. Na een korte levensduur belanden drie op vier kledingstukken op de vuilnishoop. Daarom hebben concepten als tweedehands, swishing (kledingruil), delen, recycleren of herstellen ook hun plaats binnen de beweging. Slow fashionistas staan eerst stil bij hun kleerkast en vermijden onnodige aankopen. Er is een eenvoudig devies: “Buy less, choose well!” Of om het met 4 R’en te zeggen: reduce, reuse, repair, resale. Aan kwaliteitsvolle kleding waarin veel waardig werk is gekropen, hangt uiteraard een hoger prijskaartje. Maar als consument moet je de vraag stellen wat de cost per wear is van een kledingstuk. De aankoopprijs ligt misschien hoger, maar het stuk zal langer meegaan en je zal het vaker dragen. Bereken je de kost per keer dat je iets draagt, dan zal je verbaasd zijn dat slow fashion niet noodzakelijk duurder is dan fast fashion.

#whomademyclothes

#whomademyclothes

Exact één jaar na de ramp van Rana Plaza organiseerde de Britse ontwerpster Carry Somers ter herdenking van de slachtoffers een Fashion Revolution Day. Daarmee wilde ze consumenten, overheden en bedrijven oproepen om na te denken over de oorsprong van hun kleding onder de noemer #whomademyclothes. Intussen gaat het om een jaarlijkse Fashion Revolution Week waarbij in meer dan 100 landen activiteiten opgezet worden, ook in België.

Fair en slow fashion tijdens de Week van de Fair Trade?

Slow fashion staat echter ook voor bewust consumeren. Jaarlijks wordt 4 miljard kilo kleren ongedragen weggegooid. Na een korte levensduur belanden drie op vier kledingstukken op de vuilnishoop. Daarom hebben concepten als tweedehands, swishing (kledingruil), delen, recycleren of herstellen ook hun plaats binnen de beweging. Slow fashionistas staan eerst stil bij hun kleerkast en vermijden onnodige aankopen. Er is een eenvoudig devies: “Buy less, choose well!” Of om het met 4 R’en te zeggen: reduce, reuse, repair, resale. Aan kwaliteitsvolle kleding waarin veel waardig werk is gekropen, hangt uiteraard een hoger prijskaartje. Maar als consument moet je de vraag stellen wat de cost per wear is van een kledingstuk. De aankoopprijs ligt misschien hoger, maar het stuk zal langer meegaan en je zal het vaker dragen. Bereken je de kost per keer dat je iets draagt, dan zal je verbaasd zijn dat slow fashion niet noodzakelijk duurder is dan fast fashion.

... en daarbuiten

Wie buiten de Week van de Fair Trade in zijn buurt op ontdekking wil gaan, hoeft niet op zijn honger te blijven zitten.

  • COSH!: deze gloednieuwe app werd in september 2019 gelanceerd en verzamelt alle adresjes met faire en duurzame mode in jouw buurt.
  • Gent Fair Trade, een samenwerking tussen de stad en Oxfam-Wereldwinkels, zet al verschillende jaren in op fair fashion, met de vierde editie van zijn Fair Fashion Fest, een mix van workshops, debatten en modeshows met duizenden bezoekers. Achter het initiatief schuilt een platform met een vijftigtal, doorgaans jonge ondernemers die tijdens Fair Fashion Talks luisteren naar experten en met elkaar in dialoog gaan. De website gentfairtrade.be en de brochure Slow Fashion Forward bundelen alle hotspots en boetieks in de stads waar slow fashionista’s terecht kunnen.
  • Websites als ontketening.be of goodonyou.eco houden de vinger aan de pols van slow fashion.
  • Verschillende Belgische ethische kledingmerken zagen de afgelopen jaren het levenslicht en ook het aantal eco & fair fashion shops in onze winkelstraten groeit. Bij wijze van voorbeeld: Studio Ama werkt met het restafval van de lokale textielindustrie en werkt voor de confectie samen met sociale maatwerkbedrijven. Let’s be honest recycleert oude jeans tot katoenvezel en gaart die opnieuw met een innovatieve technologie waardoor bij het kleuren en wassen geen microplastics vrijkomen.
  • Gentse winkels en hotspots: https://www.gentfairtrade.be/fairtrade/topic/bewust-winkelen
  • ACP
  • Meer dan Mooi
  • Mr. Manchette
  • Stormus
  • Goddess
  • Anders Getint
  • GOEDvandoen
  • We are hooked
  • Supergoods
  • Op steeds meer locaties in België vind je kringloopwinkels, Oxfam Shops of Think Twice vestigingen. Op swishing.be vind je waar en wanneer er een kledingruilevenement plaatsvindt.

Organisaties, labels en initiatieven voor eerlijke(re) kleding

Er zijn heel wat organisaties en initiatieven die hameren op meer ethiek in de kledingketen.
Een overzicht:

  • Clean Clothes Campaign (CCC).
    De Clean Clothes Campaign, een internationale coalitie van vakbonden en ngo’s. documenteren al bijna 30 jaar arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie en klagen ze aan. In België zijn het de Schone Kleren Campagne in Vlaanderen en achACT in Wallonië die dat studiewerk vertalen in mobilisatie en actie.
  • Fashion Revolution: deze organisatie bevraagt regelmatig de200 grootste kledingmerken en publiceert met de antwoorden een jaarlijkse Fashion Transparancy Index.
  • Toen de slechte arbeidsomstandigheden de publieke opinie begonnen beroeren, reageerden heel wat kledingbedrijven met het opstellen van een interne gedragscode. Aanvankelijk waren die beperkt en misten zij belangrijke elementen als leefbaar loon en recht op organisatie. Recent zijn ze vollediger, maar uit het rapport Tailored Wages 2019 van de Clean Clothes Campaign blijkt dat bij 20 grote merken de woorden te weinig gevolgd worden door daden. Het opleggen van criteria aan leveranciers is één zaak, de controle op de naleving ervan vraagt extra inspanningen.
  • Fair Wear Foundation: het bekendste multi-stakeholderinitiatieven in de kledingsector is ongetwijfeld de Fair Wear Foundation, een gezamenlijk initiatief van bedrijfsfederaties, ngo’s en vakbonden. Inmiddels zijn wereldwijd 130 bedrijven lid. Zij scharen zich achter een strenge gedragscode, verklaren zich bereid om druk te zetten op hun leveranciers en zijn bereid om externe controle toe te laten. Een bedrijf mag communiceren rond zijn lidmaatschap. Dit is geen garantie voor 100 % ‘schone’ kleren, wel dat het bedrijf in een verbeterproces zit dat in stappen streeft naar de toepassing van normen rond loon en werkomstandigheden. Op de website van de Fair Wear Foundation kan je per lid de jaarlijkse vooruitgangsrapporten lezen. Vooral outdoormerken zijn goed vertegenwoordigd (onder meer Vaude, Haglöfs, Deuter, Sprayway en Jack Wolfskin). Nadat Mayerline, B&C en Stanley and Stella voor België de spits afbeten, traden ook Bel&Bo, JBC en FNG (Superstar, Fred & Ginger) toe.
  • Fairtade: het Fairtradelabel bestaat sinds 2004 voor katoen. Naast een reeks sociale, ecologisce criteria garandeert het de katoenboeren een minimumprijs en een fairtradepremie dat de boeren in hun gemeenschap kunnen investeren.
  • Het WFTO label is eerder een sociaal label dat producenten in het zuiden verenigt die volgens de fairtradecriteria werken.
  • GOTS (Global Organic Textile Standard) certificeert het proces van biologische grondstof tot kledingstuk. Het iVN Naturtextil label is nog iets strenger dan GOTS. Ook STeP (Sustainable Textile Production) is een label dat vooral ecologische criteria vooropstelt.
  • SA8000 is een certificaat dat toegekend kan worden aan een bepaalde productiesite en is dus geen label voor een afgewerkt kledingstuk. Het is vooral gericht op de arbeidsomstandigheden.

Schone kleren op de werkvloer

Niet alleen consumenten kopen kleren, ook bedrijven en overheden hebben vaak grote hoeveelheden werkkledij nodig. Zij kunnen er bijgevolg voor kiezen de kaart van eerlijke kledij te trekken. Al is dat zeker voor overheidsinstanties – goed voor ongeveer de helft van alle werkkledij – niet altijd eenvoudig omdat de aanbestedingsprocedures vaak complex zijn.

Carole Crabbé van achACT bevestigt dat kiezen voor ethisch textiel in overheidsopdrachten geen gemakkelijke oefening is. “Veel aankopers zijn helemaal niet vertrouwd met het thema en vrezen eventuele juridische gevolgen. Daarom voerden we in aanloop naar de Waalse en Brusselse gemeenteraadsverkiezingen van 2018 een campagne om de nieuw besturen te sensibiliseren, zeker nadat de Belgische wetgever in 2017 een opening creëerde om bij overheidsaankopen niet louter de eindprijs te laten doorwegen, maar ook de totale kost van de levenscyclus van een product mee in rekening te nemen.”

Gent Fair Trade nam de afgelopen jaren het voortouw op dit vlak. Lees meer over hun verhaal.
De stad Gent en VVSG werkten samen een toolbox sociaal verantwoorde werkkledij uit.

Meer links en artikels